door Jan D. Swart
Het is een lastige opgave voor de huidige bewoners van het recreatieoord Hoek van Holland om zelf eigenaar te worden van het door de gemeente Rotterdam te koop aangeboden Oude en Nieuwe Kamp, want de geëiste moderniseringsslag is niet gering.
Steeds duidelijker wordt dat het stadsbestuur een partij zoekt die het aangeboden terrein tegen eeuwigdurend erfpacht van allure voorziet. Het volkse karakter moet eraf. Niet ineens, maar wel geleidelijk.
Kopers zijn pas kandidaten als zij bereid zijn een betere centrale voorziening aan te leggen ter vervanging van de huidige receptie en het kantoorgebouw. Ook het huidige sanitairgebouw is aan vernieuwing toe en verder enkele kleinere speelvelden.
Daarmee begint het.
Alles voldoet overigens nog aan wettelijke eisen en aan de gemeentelijke norm ‘sober en doelmatig’, maar genoemde zaken zijn wel aan het einde van hun levensduur, staat er op de wensenlijst. ‘’Een ondernemer kan verder denken en bijvoorbeeld objecten toevoegen zoals een indoorspeeltuin en een zwemgelegenheid. En daarmee afwijken van het uitgangspunt om alle gebouwen een sobere en doelmatige uitstraling te geven.’’
Maar er zijn meer eisen.
De huidige passantenplaatsen op de camping moeten verbeterd worden. Parallel aan het verkoopproces wordt een visie ontwikkeld gericht op de bijdrage van het Recreatieoord aan de aantrekkelijkheid van Hoek van Holland als vierseizoenenbadplaats. De koers wordt verlegd naar jaarrond gebruik, waardoor er meer ruimte geboden kan aan nieuwe recreanten. Dus ook verandering van populatie.
De mogelijk op te richten bewonersstichting als een serieuze kandidaat om mee te bieden past zodoende niet in de visie die het huidige stadsbestuur voor ogen heeft. Imponerende vergezichten versus familiaire knusheid. Dat zijn de twee agenda’s.
Volgende week wordt er in de commissie weer een hoofdstuk aan het proces toegevoegd. Interessant is daarbij hoe het standpunt van de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid zich verhoudt tot de mening van de coalitie. Co Engberts vindt dat het Oude en Nieuwe Kamp in handen van de bewoners hoort te blijven en kan zich beroepen op het feit dat de nieuwe eigenaarsbestemming van het iconische Kamp niet in het collegeprogramma is opgenomen. Een afwijkende mening is dus geen verraad.